Zoals gebruikelijk deed de, nu 62-jarige Riekie Royakkers uit Ommel in 2008 haar wekelijkse boodschappen. Bij thuiskomst gooide ze echter haar tassen in de keuken en dook meteen doodziek haar bed in. De huisarts constateerde griep. Maar daarna begon de ellende pas echt. Riekie bleek een van de velen in de regio die besmet was met Q-koorts.
‘Ik had bloedneuzen, wisselende lichaamstemperaturen en hoestte alsof mijn leven er vanaf hing. Waarschijnlijk is dat een longontsteking geweest.’ Voor de huisarts bleef het bijna een jaar een raadsel wat er aan de hand was. ‘Destijds attendeerde een vriendin mij op Q-koorts.’ Daarmee ging Riekie terug naar de huisarts en dan blijkt ze inderdaad besmet. Met de voorgeschreven drie weken Doxycycline (antibiotica) moest de kous wel af zijn.
Compleet lamgelegd
Dat bleek niet het geval. Na de kuur kon ze helemaal niets meer. Ziektes volgden elkaar in rap tempo op. Ze kreeg het Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS), de ziekte van Addison (afwijking aan de bijnieren), COPD en sinds enkele jaren ook clusterhoofdpijn. Volgens Riekie houdt dat allemaal verband met de Q-koorts: ‘Ik ben daar een volledig gehandicapt mens door geworden.’ Ook het geven van dit interview kost haar erg veel energie, maar ze vindt het té belangrijk. Ze wil haar verhaal doen. Riekie: ‘Want volgens mij ben ik het slachtoffer van nalatigheid van de overheid en van het boerenbelang.’
Q-support
Door contact met lotgenoten kwam ze bij Q-support terecht. Riekie is daar zeer over te spreken. ‘Ze lieten er daar geen gras over groeien. Ik kreeg huisbezoek van twee personen, waarvan er een ook patiënt is. Dat is goed voor Q-koortspatiënten. De patiënt begrijpt waar je over praat. De professionele medewerker van Q-support krijgt een goed beeld van de klachten en kan de patiënt beter helpen. Ik heb nu ook méér hulp dan voorheen.’
Machteloos en radeloos
‘Mijn twee hulpen’, zoals ze de dames noemt, ‘houden hier de boel op de rit. Zij zijn niet in het gezelligste gezin terecht gekomen, maar weten van mijn wanhoop, machteloosheid en radeloosheid. Want het is heel confronterend dat ik me niet kan concentreren en met mijn beperkingen moet leren omgaan. Het voelt als een traumatische ervaring.’